Schouderkoeling
De comfortzone van kraamzeugen en biggen ligt relatief ver uit elkaar. Die van kraamzeugen ligt namelijk rond de 18°C tot 20°C en die van biggen rond de 27°C. Om zowel de zeug als de biggen optimaal te laten presteren, moeten er dus verschillen in klimaat gecreëerd worden op dierniveau. Door het koelen van de vloer waar de zeug opligt, kan de warmteafgifte van de zeug verhoogt worden en dat zorgt voor een verhoging van het thermische comfort van de zeug.
Het schouderkoelingssysteem heeft verschillende voordelen:
> Verbetering van het welzijn, de voeropname en melkproductie en van de reproductieresultaten
> Betere technische resultaten van opfokbiggen (met als gevolg betere technische resultaten bij de vleesvarkens)
> Lagere investeringskosten en energiezuiniger dan watergekoelde systemen
> Geen jaarkosten voor onderhoud en energie
> Reductie ventilatiecapaciteit tot 50% mogelijk
> Minder uitval als gevolg van doodliggen
> Eenvoudige uitbreiding mogelijk met de neusinlaat
Neusinlaatsysteem
Een varken kan niet zweten, maar kan de warmte alleen kwijt door te ademen of een lagere ruimtetemperatuur. Door koude lucht naar de neus van de zeug te brengen, kan de zeug haar warmte beter kwijt. Hierdoor stijgt haar voeropname en dus haar prestaties. Het systeem werkt ook als biggenblazer, wat doodliggen vermindert. Het systeem zorgt voor constantere temperaturen, een reductie in de ventilatienormen van minimaal 30% en een betere luchtkwaliteit voor de neus van de zeug. Daarnaast heeft dit systeem de volgende positieve invloed op de technische resultaten:
> Hogere voeropname van de zeug
> Hogere melkproductie van de zeug
> Hogere groei van de biggen
> Gelijkmatiger toomaantal
> Hoger aantal levend geboren biggen
> Sneller afbiggen, waardoor de laatst geboren big biest krijgt van een betere kwaliteit
> Minder uitval